De Running Coaches over recreatie- versus prestatielopers trainen

Vandaag zijn trainers Ferry en Pieter aan het woord.

De krachten van de Atletiekunie, ASICS en RunningDirect zijn gebundeld in de Running Coach Academy. Deze brengt running coaches uit het hele land samen om het beste in elkaar en in hun lopers naar boven te brengen. Op hardlopen.nl lees je hun verhalen, lessen en aanpak zodat uiteindelijk alle trainers en hardlopers van Nederland hiervan profiteren, jij dus ook. Deze week lees je over het verschil tussen training geven aan recreatieve lopers en prestatieve lopers.

Running Coach
Ferry Leutscher
46 jaar, waarvan hij 20 jaar aan hardlopen doet
Geeft 7 jaar training bij AV SPADO in Bergen Zoom

Mijn hardloopdoel: ‘Deze zomer mijn lopers begeleiden naar en tijdens de Dam tot Damloop. Als ze willen ga ik hazen en anders loop ik gewoon lekker mee. We gaan het in elk geval samen doen.’

Mijn drijfveer als trainer: ‘De groei van mensen. Ik zie hoeveel je bereikt met looptechniek en loopscholing ook al lijken het kleine stapjes.’

Running Coach
Pieter Meesters
58 jaar, waarvan hij 17 jaar aan hardlopen doet
Geeft 9 jaar training bij ASV Atletics in Nijverdal

Mijn hardloopdoel: ‘In het verleden heb ik genoeg prestaties neergezet. Nu ga ik voor genieten. Ik loop wel zes dagen per week, dat is mijn manier van leven. Volgend jaar wil ik wel weer eens een ultra lopen.’

Mijn drijfveer als trainer: ‘Lopers sneller en beter maken. Door een plan te maken en daarmee samen loopdoelen te realiseren.’

‘Eerst de basissnelheid omhoog’

2 groepen, 1 training

Pieter: ‘In totaal train ik 200 lopers per week verdeeld over vier groepen, twee hiervan zijn echt prestatiegericht de andere twee recreatief. Toch sta ik bekend als prestatietrainer, ik werk dan ook eerst aan een hogere basissnelheid. Veel lopers willen te snel lange afstanden lopen. Ik train de groepen op dezelfde manier, dat wil zeggen: de inhoud van de trainingen is in de basis hetzelfde. We starten met 45 minuten coördinatie-oefeningen, rompstabiliteit en loopscholing en daarna volgt het intervalprogramma. Afhankelijk van de belastbaarheid van de groep voeg ik oefeningen toe, laat juist iets weg, verkort of verleng ik de duur. Ik ben opgeleid als PLT4-trainer (prestatielooptrainer, red.) en geef mijn training altijd samen met een collega-trainer. Ook zij zijn allemaal gekwalificeerd tot het niveau van zelfstandig trainer waarvan een aantal eveneens tot PLT4.’

Pieter vertelt verder over zijn aanpak: ‘Elke loper krijgt een individueel tijden-tabel. Deze maak ik op basis van formules. Dus het is niet veel werk hoor. Wel zit ik elk weekend achter de computer de tabeltijden bij te werken op basis van de van de wedstrijduitslagen. Maar er zijn ook recreanten die de tabel loslaten en lekker op gevoel lopen. Zeker wanneer we voor een natuurloop buiten de baan gaan, biedt de heide en hellingen genoeg uitdaging en is het vooral is lekker zweten en genieten.’

Wat past (niet) bij een recreanten/ prestatielopers training?

Ferry: ‘Met recreanten is kracht ook steeds meer onderdeel van de training. Zo werken we aan de core stability. Maar we doen dat wel op een andere manier dan bij de prestatielopers, een stuk minder intensief. De wedstrijdlopers trainen we op de limiet van wat een atleet kan, we prikkelen het maximale en blijven grenzen verleggen. Ik ontzie deze lopers ook minder, ik vraag meer inzet en verwacht dat ze tot hun maximale gaan. Bij recreanten is de ontspanning een groter onderdeel van de training.’

Recreant versus prestatieloper

Pieter: ‘Het cruciale verschil is dat veel van mijn prestatielopers met een persoonlijk schema van dag-tot-dag werken. Daarin neem ik naast alle trainingen ook rustdagen en eventueel andere sporten op voor bijvoorbeeld triatleten. Dit is best veel werk moet ik toegeven,’ zegt de toegewijde trainer. ‘Voor de recreantengroep maak ik een algemeen schema dat ik om de 6 à 8 weken aanpas. Maar heeft een loper in die groep bijvoorbeeld een andere trainingsfrequentie dan maak ik alsnog een persoonlijk schema. De schema’s werken steeds toe naar een piekmoment, een wedstrijd. Dus ook tapering, supercompensatie alles verwerk ik hierin.’

Ferry: ‘Bij prestatielopers, ofwel wedstrijdlopers, pas ik de training veel meer aan op het resultaat dat ze willen halen. Het gaat vaak om PR’s en minimale verschillen in resultaat. Over het algemeen steken ze heel veel inspanning in heel kleine verbeteringen. Ze zijn dan vaak ook een stuk gedrevener. Mijn recreanten zijn ook bezig met hun persoonlijke doel maar dat ligt vaak wat verder in de toekomst, meestal is dit een evenement lekker kunnen uitlopen.’

Pieter: ‘Staat er bij een prestatieloper een 32 km op het schema dan zal dat nooit een 31 worden. Vaker hoor ik na afloop “was een 36 ook okay?”, lacht Pieter. ‘Prestatielopers moet ik vaker afremmen zodat ze niet overbelast raken. Deze groep wíl graag feedback. Als ik het niet geef dan vragen ze er wel om. En misschien logisch maar ook alle lopers in de recreantengroep zijn gevoelig voor verbetering. Aan het begin van de les haal ik leden die die ergens aan de start hebben gestaan altijd even voor de groep. Als ik dan vertel dat hij de 5 km in 25 minuten heeft gelopen terwijl de vorige 5 km in 25.28 was, zie ik een fonkeling in de ogen. En de groep geeft applaus, dat stimuleert toch iedereen.’

Feedback versus complimenten

Pieter: ‘Mijn benadering, houding als trainer is niet hetzelfde in de twee groepen. Bij de prestatiegroep zit ik er bovenop, het accent van mijn feedback ligt dan veel meer op verbetering, wat kan er nog beter? Terwijl het bij de recreanten meer richting complimenten gaat. Zeker wanneer het een lastige oefening is, dan wil ik ze het vertrouwen geven dat ze verbeteren. Een grappig verschil ook tussen de twee type lopers is dat de recreanten vaker vragen waarom we een bepaalde oefening doen, ze willen terecht het nut ervan kennen. Terwijl de prestatieloper alles sneller aanneemt, ze begrijpen ook dat het er allemaal bij hoort.’

Zoek de verschillen

Ferry: ‘Wanneer je langs de baan staat, zie je aan mij als trainer al welke groep ik train. Bij een prestatiegroep heeft de individuele loper meer aandacht nodig. Bij een recreanten groep ben ik meer met de groep als geheel bezig. Tijdens de training is er een meer ontspannen sfeer bij de groep recreanten. Ook bij de prestatielopers gaat het er gemoedelijk aan toe maar hier heerst wel meer focus en positieve spanning onderling. Aan de leeftijd van de deelnemers kun je het niet direct zien. De prestatiegroep is divers van jongeren tot lopers van 65 jaar. Bij de recreanten zie je wel minder jongeren, daar ligt de gemiddelde leeftijd rond de 35 plus.’

Overlopers

Ferry: ‘Lopers wisselen wel eens van groep, allebei de kanten op. Een prestatieloper kan om welke reden dan ook kiezen om verder te trainen bij de recreanten. De andere kant op stellen we wel wat eisen. We kijken bijvoorbeeld naar het doel dat de loper heeft en hoe haalbaar deze is. Wil je bijvoorbeeld de 10 km in 50 minuten lopen dan kun je daar ook prima bij de recreanten aan werken.’ Pieter: ‘Aangezien de aanpak overal prestatiegericht is, wisselen ze makkelijk van groep als dat die week even beter uitkomt. Uiteraard heeft iedereen wel een vaste trainingsavond, meestal in een groep waar ze het meeste concurrentie hebben.’

Samengevoel

Ondanks de verschillen steken allebei de trainers en verenigingen energie in het saamhorigheidsgevoel. Van een oriëntatieloop waarbij de tijd niet telt tot een trainingsweekend. Zoals Pieter zegt: ‘Het is een sociaal volk, lopers. Ze mengen, wisselen uit en weten elkaar te vinden.’