Hoe ziet een intervaltraining eruit?
Voor een intervaltraining is het altijd belangrijk om goed op te warmen en na afloop een cooling-down te doen. Doordat de training uit (pittige) versnellingen bestaat, is het van belang dat het lichaam hier echt klaar voor is. Dit kun je doen door rustig te joggen en wat activatie oefeningen te doen, zoals knieheffen. Dat verkleint de kans op blessures. Ook is het verstandig om na de intervaltraining een rustdag of rustige hersteltraining te plannen.
Bij een intervaltraining kun je rekenen in tijd of juist in afstand. Het is maar net waar de voorkeur naar uit gaat. Zo kun je kiezen van intervallen van 200 meter, 400 meter, 600 meter, 800 meter of 1000 meter. Natuurlijk kun je ook rekenen in tijd: 1 minuut, 2 minuten, 3 minuten en ga zo maar door. Naast korte intervallen kan er ook gekozen worden voor lange tempoblokken van een paar kilometer of bijvoorbeeld 15 minuten of langer. Tot slot is het belangrijk te vermelden dat je moet proberen om in de rust, tussen de versnellingen, te blijven joggen en niet te gaan wandelen. Wanneer je doorgaat met rustig hardlopen, vergroot je uiteindelijk het effect van de training en daarmee jouw uithoudingsvermogen.