Wat te doen bij een (dreigende) hardloopblessure?

Mirjam Steunebrink
Mirjam Steunebrink Dinsdag, 31 januari 2023
Wat te doen bij een (dreigende) hardloopblessure?
© BSR Agency

Hardlopen is enorm populair. Maar ook enorm blessuregevoelig! Onderzoek van VeiligheidNL laat zien dat in 2021 hardlopen opnieuw de sport was met de meeste blessures. Er waren dat jaar naar schatting 890.000 blessures bij hardlopers (21%). Daarna volgt veldvoetbal, met naar schatting 650.000 blessures (15%). Tijdens fitness (incl. aerobics en krachttraining) liepen sporters 630.000 blessures op (15%). Deze drie sporttakken zorgden samen voor de helft (51%) van alle sportblessures in Nederland in 2021.

Bijna twee derde deel van de blessures (61%) ontstond ‘acuut’, bijvoorbeeld door zwikken of een botsing. Ruim een derde deel ontstond geleidelijk, vaak door overbelasting of een veel herhaalde beweging.

De combinatie van type en locatie van de blessure zorgt bij het hardlopen tot de volgende top drie:

  • Spier- of peesletsel been (14%);
  • Verstuiking, verdraaiing of bandletsel knie (13%);
  • Spier- of peesletsel knie (10%).

Maar hoe herken je dan een (dreigende) blessure?

Je kunt grofweg blessures onderverdelen in acute blessures en de meer chronische (overbelastings)blessures

Acute blessures ontstaan plotseling en geven vaak een pijn die heel goed te lokaliseren is; roodheid, zwelling of moeite en pijn met bewegen. Denk bijvoorbeeld aan het verzwikken van een enkel of een spierscheurtje. Behandeling van een acute blessure moet zo snel mogelijk gebeuren om de schade en de hersteltijd te beperken. Na zo’n 48 uur mag je rustig gaan bewegen binnen de pijngrenzen.

Chronische blessures komen langzaam opzetten. De pijn is minder duidelijk te benoemen en er is ook vaak niets te zien. Vaak kun je wel benoemen bij welke oefeningen en bewegingen de pijn optreedt. Het is belangrijk om deze in een vroeg stadium te herkennen zodat ze tijdig behandeld kunnen worden. Vaak is het dan al genoeg om simpelweg de wijze van training aan te passen.

Er zijn 3 stadia van een chronische blessure:

    • Pijn treedt pas op na het sporten;
    • Pijn treedt op tijdens het sporten en blijft nog aanwezig na het sporten;
    • Pijn is continu aanwezig.

Wat te doen bij een (dreigende) hardloopblessure?

Er is geen tabel waarin je op kunt zoeken: bij dit pijntje moet je zo en zo handelen. Je bent aangewezen op je gevoel en inschattingsvermogen. Enkele vuistregels zijn wel te geven:

  • De pijn komt plotseling op, dan is het duidelijk foute boel. Het kan een spierverrekking zijn, een zweepslag, of een verzwikte enkel als gevolg van een misstap. Stop meteen, wandel terug naar huis of laat je door iemand naar huis rijden;
  • De pijn is meer licht en zeurend aanwezig. Soms verdwijnt deze als je een poosje aan het lopen bent. Dit type pijn is zelden zo erg dat het je training onmogelijk maakt. Een beetje pijn, die licht aanwezig is, is niet gelijk een stopteken. Maar als deze zeurende pijntjes toenemen of (nadien) niet verdwijnen, dan moeten je alarmbellen gaan rinkelen. Sowieso is het aan te raden bij pijntjes die langer dan twee weken duren een deskundige in te schakelen. Denk dan aan een sportarts of sportfysiotherapeut. De flowchart (zie hieronder) kan je helpen om op het juiste moment hulp te zoeken.

Daarnaast gaat een goede warming-up al veel leed schelen. Speciaal voor (beginnende) hardlopers is er nu de Runfitcheck. Dit is een website waarop beginnende hardlopers, na een korte test, op basis van hun belastbaarheid, doelgerichtheid (motivatie) en blessuregevoeligheid advies krijgen over blessurepreventief gedrag.

Blessures
Mirjam Steunebrink
Geschreven door

Mirjam Steunebrink

'Mirjam Steunebrink (45 jaar) is sportarts bij het Martini Sportmedisch Centrum in Groningen. Daarnaast is zij bondsarts bij het langebaan schaatsen, waarbij zij meegaat naar internationale wedstrijden. Zelf is zij gepassioneerd (ultra/berg)loper en momenteel in voorbereiding voor een halve Ironman voor KiKa