Zo ga je om met een scheenbeenblessure

Lysanne
Lysanne Wilkens Donderdag, 23 juni 2022
Zo ga je om met een scheenbeenblessure

Een scheenbeenblessure of shinsplint is een vervelende hardloopblessure. Als je niet op tijd ingrijpt, kun je lange tijd worden gehinderd in je trainingen. Fysiotherapeut Luc Schout vertelt hoe je een scheenbeenblessure herkent, behandelt én in het vervolg voorkomt.

Hardlopen met scheenbeenklachten is vervelend. Wat je voelt is een zeurende, stekende pijn aan de binnenkant van je scheenbeen. En dat zit je hardloopplezier in de weg! Hoe langer je ermee doorloopt, hoe erger je blessure wordt.

Herken de pijnsignalen

Het kan lastig zijn om in te schatten hoe serieus je jouw klachten moet nemen. Maar iedere pijn is eigenlijk al teveel. “Tijdens het hardlopen zou je je scheenbeen niet moeten voelen,” stelt fysiotherapeut Luc Schout. “Eén keer is niet zo erg, maar als de pijn vaker terugkomt of bij het ene been veel sterker aanwezig is dan bij het andere, moet je alert zijn. Ook stijve kuiten kunnen een voorbode zijn. Gespannen onderbeenspieren zorgen namelijk voor meer trekkracht aan het scheenbeen en dat kan klachten veroorzaken.”

Wat zijn de oorzaken?

Een shin splint is een typische overbelastingblessure die geleidelijk ontstaat. De pijn wordt vaak veroorzaakt door een plotselinge toename van de belasting die je gewend bent. Scheenbeenblessures komen voor bij zowel de beginnende als meer ervaren lopers. “Bij beginners is de oorzaak vaak een verkeerde techniek. De heupspieren zijn niet sterk genoeg, waardoor de voet of knie naar binnen zakt. Daardoor komt er veel druk op de binnenkant van het scheenbeen te staan,” legt Schout uit. “Bij meer ervaren lopers is de oorzaak meestal terug te leiden naar een verandering in trainingsbelasting. Dat kunnen meer kilometers zijn, een hoger tempo, verandering van ondergrond of de overstap op andere schoenen.”

Hoe voorkom je een shin splint?

Plotselinge toename van het aantal kilometers of de intensiteit kan overbelastingsklachten veroorzaken. Een geleidelijke trainingsopbouw is dus belangrijk om scheenbeenklachten te voorkomen. Daarnaast kun je jouw looptechniek verbeteren en bepaalde spiergroepen versterken om de kans op een scheenbeenblessure zo klein mogelijk te maken. “Zorg dat je lichaam sterk genoeg is om de impact van het hardlopen op te vangen,” tipt Schout. “Verbeter je enkelstabiliteit, vergroot de belastbaarheid van je kuiten en versterk je heupspieren. Daardoor ben je beter in staat om de impact van het hardlopen over je hele lichaam te verdelen.”

Wat kun je doen?

Trek op tijd aan de bel! Schout: “Wacht niet totdat je klachten vanzelf verminderen of je écht niet meer kunt lopen. Hoe langer je ermee doorloopt, hoe erger je blessure wordt en hoe lastiger je er weer vanaf komt.”

Om de juiste behandelmethode te kiezen, is het van belang om eerst te achterhalen wat de oorzaak is voor het ontstaan van jouw klachten. Samen met een fysiotherapeut kun je een persoonlijk behandelplan opstellen, zodat je jouw blessure gericht aan kunt pakken. Vaak is het nodig om je training tijdelijk aan te passen of te onderbreken. Met fietsen of zwemmen kun je jouw conditie op peil houden, terwijl je ondertussen werkt aan het versterken van probleemgebieden.

Blessures Lichaam
Lysanne Wilkens
Geschreven door

Lysanne Wilkens

Lysanne Wilkens is freelance redacteur voor hardlopen.nl en gaat met alle plezier op zoek naar bijzondere verhalen. Daarnaast is ze zelf fanatiek hardloper en kan ze op diverse afstanden uit de voeten, van de 800 meter tot de halve marathon.