Normaal gesproken zit er eelt op de plekken van je voetzolen waar veel wrijving is. Eelt werkt als een soort stootkussen en voorkomt dat de huid eronder beschadigd raakt. Maar als je plotseling veel meer kilometers gaat maken of bijvoorbeeld nieuwe schoenen draagt, kan de huid onder het eelt toch stuk gaan. Er ontstaat dan een blaasje van vocht tussen de huidlagen en de (bloed)blaar is een feit.
Doen bij blaren
Medisch expert en sportarts Mirjam Steunebrink adviseert: ‘Prik een blaar altijd door met een steriele naald. Wel eerst even insmeren met jodium en na het prikken tijdelijk inpakken met steriel gaasje. Dan ben je van de pijn af en het weefsel herstelt zich daaronder vanzelf. Als je gaat lopen en de huid is nog niet geheeld, kun je bijvoorbeeld een Compeed pleister op de blaar plakken zodat de huid beschermd is en alvast begint met helen. Laat de pleister er een aantal dagen op zitten, als je deze steeds na het lopen verwijdert, scheurt de huid weer open en krijgt herstel geen kans.
Hoe voorkom je blaren?
1. Verzorg je voeten
Verzorg je voeten goed en laat ze eventueel door een pedicure verzorgen. Dat laatste is zeker aan te raden bij bijvoorbeeld eksterogen, scheve tenen of veel eeltvorming.
2. Niet teveel eelt
Een dun laagje eelt op plekken waar veel wrijving plaatsvindt, is normaal. Maar pas op met plekken waar veel druk is, zoals soms op de zijkant van de grote teen, de hiel of onder de bal van de voet. Hier kan een dikke laag eelt ontstaan en door frictie kan er dan juist hier een blaar ontstaan. Er zijn diverse manieren om eelt te verwijderen, zoals met een puimsteen of eeltvijltje. Haal niet al het eelt weg, laat een dun laagje achter. Je kunt je voeten ook weken in lauwwarm water met een half kopje listerine en een half kopje azijn. Na 15 minuten weken komt de dode huid er vanzelf af.
3. Smeer je voeten in
Als je gevoelig bent voor blaarvorming, smeer dan de kwetsbare plekken op je voeten in met Vaseline of Gehwohl. Dat zorgt voor minder wrijving. Ook kun je deze plekken preventief afplakken met sporttape.
4. Droge voeten
Zorg zoveel mogelijk voor droge voeten. Je kunt bijvoorbeeld je voeten met talkpoeder behandelen. Bij veel zweten of erg lang lopen in nat terrein kun je zelfs overwegen je sokken halverwege te wisselen voor een droog paar.
5. Juiste maat
Een inkopper: zorg voor de juiste maat schoenen. Een tip: koop je schoenen niet ‘s morgens maar pas als je al flink wat gelopen hebt, zodat je voeten wat zijn opgezet. Zorg voor voldoende ruimte bij de tenen, denk aan een halve centimeter. Ook de juiste breedte is erg belangrijk. Maar de schoenen moeten ook niet te ruim zitten. Neem de tijd om de juiste schoenen te kopen. Eigenlijk moeten ze direct lekker zitten en moet het niet echt nodig zijn ze in te lopen. Belangrijkste tip: laat je adviseren door een expert, dus ga naar een hardloopspeciaalzaak.
6. Draag de juiste sokken
Met zorg kiezen lopers hun hardloopschoenen uit. Maar de juiste sokken zijn ook van belang. Deze moeten precies passen en het liefst naadloos zijn, goede hiel- en teenbescherming hebben en goed vocht afvoeren. Katoenen sportsokken zijn niet geschikt, deze absorberen geen zweet. Een paar goede sokken hebben een linker en een rechter sok. En logisch: maar kies ook sokken in de juiste maat. Sokken die een beetje los om je voeten zitten, kunnen schuren met blaren als gevolg. Tot slot moeten sokken natuurlijk schoon zijn.
