Zo bepaal je jouw hartslagzones
De Garmin Forerunner 255 is een sporthorloge dat continu je hartslag meet en daardoor handige gegevens verzamelt die je kunt inzetten om jouw hartslagzones te bepalen. Hoe vaker je jouw sporthorloge draagt, hoe nauwkeuriger de meting is. Je rusthartslag wordt vaak gemeten terwijl je slaapt, meestal niet lang voordat je wakker wordt. Je maximale hartslag is wat lastiger te bepalen en kun je achterhalen door je hartslag te meten na een korte, intensieve training of aan het eind van een 5 of 10 kilometer wedstrijd. Deze gegevens kun je invoeren in de Garmin Connect app. Weet je niet wat je maximale hartslag is? Dan maakt Garmin een schatting met de fomule: 220 – je huidige leeftijd. Als er een hartslag wordt gesignaleerd die hoger is dan je huidig ingestelde maximum en een betrouwbaarheidsdrempel passeert, wordt je persoonlijke maximale hartslag automatisch bijgewerkt.
Zodra je jouw rusthartslag en maximale hartslag weet, kun je jouw hartslagzones bepalen. Het instellen van je hartslagzones op basis van percentages van je maximale hartslag (%HRmax) is de meest gebruikelijke manier. Hieronder zie je hoe de verschillende zones zijn verdeeld.
Zone 1 (warming-up): 50-60% van maximale hartslag
Training in zone 1 voelt als een rustig , ontspannen tempo met ritmische ademhaling.
Zone 2 (rustig): 60-70% van maximale hartslag
In zone 2 wordt getraind in een comfortabel tempo, waarbij je dieper ademt, maar toch een gesprek kunt voeren.
Zone 3 (aerobisch): 70-80% van maximale hartslag
In zone 3 wordt getraind in een gematigd tempo, waarbij het moeilijker is om een gesprek te voeren.
Zone 4 (drempel): 80-90% van maximale hartslag
In zone 4 beweeg je op een snel, bijna oncomfortabel tempo met een zware ademhaling.
Zone 5 (maximaal): 90-100% van maximale hartslag
Als je zone 5 hebt bereikt, heb je meestal een sprinttempo dat moeilijk lang vol te houden is.