In het begin van de marathon ben je nog volop aan het genieten. Je bent fris en voelt je sterk. De toeschouwers langs de kant en opzwepende muziek zorgen dat de eerste kilometers voorbijvliegen. Toch komt er waarschijnlijk een moment dat het niet meer vanzelf gaat. En zodra je het fysiek zwaarder krijgt, word je ook mentaal op de proef gesteld.
“Je brein bepaalt uiteindelijk wanneer je stopt,” stelt sportpsycholoog Yannick Balk. “Als je op de finish niet dood neervalt, betekent dat namelijk dat je fysiologisch gezien harder had gekund. Je brein beschermt je tegen dodelijke inspanning en zorgt dat je een bepaalde reserve overhoudt.”
De reserve waar Balk naar verwijst is ook de verklaring voor de eindsprint die je vaak nog kunt inzetten, zelfs als je er compleet doorheen zit. “Zodra je de finish ziet, weet je brein dat het over pakweg 100 meter voorbij is. Daardoor kan het de reserves loslaten en kun je toch een eindsprint inzetten. Zou de vermoeidheid puur fysiek van aard zijn, dan zou je niet in staat zijn om die eindsprint te doen.”