Wat moet je met de activity tracker? 4 tips

Er is vorig jaar onderzoek gedaan naar het gebruik van activity trackers. De resultaten waren weinig hoopgevend: het is niet het ei van Columbus om de bevolking te behoeden voor te weinig bewegen en obesitas. In een onderzoek bleek het activiteitenniveau van de deelnemers weliswaar enigszins toegenomen, maar te weinig om bijvoorbeeld gewicht of bloeddruk te veranderen. Zodra de financiële beloning voor deelname aan het onderzoek werd stopgezet, stopten de meesten met het gebruik van de tracker. Dat past in het algemene beeld dat de helft van de mensen na een jaar gestopt zijn met het gebruik van de activity tracker.

Compensatiegedrag

De resultaten van een ander onderzoek leverden al evenmin reclame op voor het gebruik van de tracker. Deelnemers aan een tweejarig afvalprogramma die een tracker droegen verloren minder gewicht dan de deelnemers die het zonder deden. Ondanks dat de tracker hun activiteitenniveau, calorieverbruik, hartslag en ander zaken bijhield.

Een van de verklaringen waarom al die cijfertjes niet werken, is dat het de gebruikers compensatiegedrag gaan vertonen. “Moet je zien hoeveel ik heb bewogen vandaag; ik heb wel een extra cup-cake verdiend.”

Beloning

Toch hebben onderzoekers de trackers niet afgeschreven. Mensen die nu nog onvoldoende motivatie hebben om op een goede manier met de huidige modellen om te gaan, kunnen misschien de modellen van de toekomst wel bekoren, bijvoorbeeld als er meer game-achtige uitdagingen en beloningen aan gekoppeld worden. Misschien putten ze moed uit de Pokémon Go app, die vorig jaar heel veel mensen in beweging kreeg. Anderzijds blijkt ook dat dergelijke hypes na een week of zes weer snel aan populariteit verliezen.

Tips om activiteiten te veranderen

De trackers zijn zeker effectief als het erom gaat de dagelijkse activiteiten in kaart te brengen. Maar ze maakt het de dragers niet per se gemakkelijker om die activiteiten te veranderen. Er is nog een flink gat tussen weten hoeveel je weegt en daadwerkelijk afvallen, tussen weten hoeveel je beweegt en flink actiever worden. Hier een aantal tips om dat gat te verkleinen:

1. Bepaal je basisniveau

Leg vast hoeveel stappen je momenteel per dag maakt, zonder toevoeging van extra activiteiten. Zo word je je bewust van hoeveel beweging je dagelijks hebt (nogal eens wordt dat flink overschat). Je kunt ook bijhouden hoeveel calorieën je dagelijks verbrand, maar besef wel dat die waarden minder precies zijn dan de getelde stappen.

2. Stel een doel

Er wordt veel gesproken over 10000 stappen per dag, maar dat getal is tamelijk uit de lucht gegrepen en bovendien voor de meeste mensen veel te hoog gegrepen. De gemiddelde waarde voor de meeste mensen licht dichter bij de 5000. Probeer eerst eens gedurende een aantal weken je basisniveau met 2000 stappen op te krikken. Zit je boven de 8000, dan kun je wat meer intensiteit toevoegen, door sneller te wandelen, meer trappen te lopen en af en wat stukjes hardlopen toe te voegen.

3. Vorm een team

Het kan geen kwaad om contact te zoeken met een deskundige, zoals een trainer, of fitnessinstructeur. Maar denk zeker ook aan familieleden, vrienden, collega’s en anderen met wie je je via een app of website kunt verbinden. Je kunt een competitie met ze aangaan (wie heeft deze week de meeste stappen) en je kunt elkaar aanmoedigen en ondersteunen om vol te houden.

4. Ken jezelf

Sommige mensen vinden het heerlijk om alle cijfertjes van de dag, week en maand te bekijken. Anderen worden daardoor juist ontmoedigd, of vinden het helemaal niet boeiend. Er zijn nu eenmaal verschillende karakters en niet iedereen wordt gemotiveerd door metertjes en cijfertjes.

Bron: USA TODAY

Foto: Shutterstock