Kilometervreter Ton ten Have: “Ik start elke marathon om te finishen”

Donderdag, 19 januari 2017
Kilometervreter Ton ten Have: “Ik start elke marathon om te finishen”
Regelmatig brengt Hardlopen.nl in deze rubriek lopers in beeld. Hoe fanatiek zijn ze? Wat zijn hun doelen? Wat is hun mooiste hardloopervaring? En waarom is hardlopen hun favoriete sport? Deze keer: Ton ten Have (65), die al 34 jaar hardloopt en die hard op weg is naar zijn 100ste marathon.

Ton ten Have uit het Gelderse Vorden is nu wat je noemt een echte kilometervreter. Hij heeft al 77 marathons gelopen en hij weet voorlopig ook niet van stoppen. Hij geniet elke dag volop van het hardlopen, de natuur en nieuwe routes. Ten Have begon met hardlopen toen hij in 1982 in Zutphen kwam wonen. “Ik was bang dat ik mij daar ging vervelen, maar een buurman nam mij mee naar de trimgroep van de Zutphense Korfbal Club (ZKC). Dat had met korfbal niet zoveel te maken. We trainden daar wel voor de coopertest.”

Zo ontdekte hij het hardlopen en ging hij ook een keer mee naar een eerste 5 kilometerloop. Die afstand bouwde hij snel steeds verder uit, waardoor hij binnen een half jaar zijn eerste marathon liep. “Dat was op 5 februari 1983. Ik liep toen 3.40.05 uur.” Hij weet die tijd nog precies op te rakelen. “Ik weet niet al mijn tijden meer uit mijn hoofd, maar de bijzondere en de toptijden weet ik nog wel. De snelste marathon liep ik in New York in 1989 in 2:55:20 uur. In Berlijn liep de snelste in 2:55:57 uur.”

Nooit dezelfde route

De marathon is zijn afstand geworden. “Dat is echt een gigantisch mooie afstand. Ik vind het hardlopen überhaupt heel erg mooi. Ook zonder al die hulpmiddelen als horloges en oordopjes moet je van het hardlopen kunnen genieten.” Hij heeft ook geen vaste routes vanuit zijn woonplaats Vorden. Zo ervaar je iedere keer weer nieuwe routes. Ik heb ook wel eens dat je dan je bij een boer achter komt en dat je niet verder kunt, dan loop je maar weer terug. Dan weet je ook weer waar dat pad naar toe loopt.” Hardlopen hoeft in zijn ogen ook niet zoveel tijd te kosten. “Ik ga ook nooit weg met het idee: ik ga zoveel kilometer lopen. Ik loop meer op tijd. Er zijn zoveel mooie routes hier in de buurt en soms stap ik ergens uit de auto en loop dan naar huis.”

Ongeluk

Ondertussen staat de marathonteller van Ten Have dus op 77, waarmee hij bij de 100 marathon Club op de 126ste plek staat. In 2009 zag het er nog naar uit dat hij door een zwaar ongeluk zijn vijftigste marathon niet ging halen. Tijdens een wandeltocht in Italië viel hij in een ravijn en raakte daar buiten bewustzijn. Na een lange zoekactie met helikopter, bergbeklimmers en reddingswerkers werd hij de volgende morgen pas gevonden. “Ze gaven geen cent meer voor mij. Mijn rechter hersenhelft heeft een deuk van zeven centimeter opgelopen, ik was onderkoeld en ik had veel bloed verloren.”

In Nederland concludeerde het medische team dat hem behandelde dat hij nooit verder dan 5 km zou kunnen lopen. “Daar hebben ze toch naast gezeten. De mensen die mij kennen zeggen wel dat ik na dat ongeluk iets meer met mijn linkerbeen trek. Dat is dan maar zo. Het plezier erin houden vind ik het belangrijkste.”

Ton na zijn 75ste marathon in 2016: de crossmarathon in Diever.

Elke dag een marathon

Ten Have loopt op zijn eigen schema’s. Zijn geheim: hij loopt vooral op zijn gevoel en hij zorgt voor een goede basisconditie. “Als ze mij ’s ochtends wakker maken om een marathon te lopen dan kan ik dat. Mijn basisconditie is dus dat ik continu een marathon zou kunnen lopen. Het is ook belangrijk dat je een training niet als een wedstrijd ziet. Ik loop nog altijd blessurevrij, en dat wil ik graag zo houden.” Wedstrijden benadert hij ook op zijn eigen wijze: “Ik begin geen marathon met het idee om uit te stappen. Dat vind ik marathon onwaardig. Ik start elke marathon om te finishen.”

Iedere marathon heeft ook weer zijn eigen verhaal, zegt Ten Have. “Ik heb al heel veel bijzondere momenten meegemaakt. Een paar jaar terug was ik bijvoorbeeld kletsnat geworden na de marathon van Enschede. Ik was toen even een bistrootje in gegaan om warm te worden. Een klein omaatje maakte toen gelijk plaats voor me en bestelde een bord goulashsoep voor mij. Dat zijn mooie momenten.”

Op naar de 100

Op zijn wensenlijstje staan nog een aantal bijzondere marathons. Zo wil hij de marathons van Reijkjavik en Dublin nog graag een keer lopen. Zijn grootste wens is om de 100 marathons te halen. “Over zes jaar ben ik veertig jaar marathonloper. Het zou mooi zijn als ik dan ook die honderdste marathon kan lopen. Vorig jaar liep ik zeven marathons, als ik dat door kan trekken dan ga ik dat wel redden. De tijden zijn niet meer zoals vroeger, maar de beleving is nog steeds hetzelfde. En daar gaat het om.

Marathon