Serieuze informatie over sporten en voeding, de nut en noodzaak daarvan en het scheiden van het kaf en het koren, is voor een goedbedoelende recreant zoals ik een onoverzichtelijk en soms ondoorgrondelijk terrein. Ik vrees dat er vooral veel marketing is om mij te laten geloven dat mijn prestaties ernstig zullen verbeteren door een powerreep, energydrank of bietensap. Zoals in bovengenoemd artikel door een deskundige wordt gesteld: „Maar je hoeft het niet te overdrijven. Eiwitten worden nogal gehypet op het moment. Een bakje kwark is vaak beter dan een fancy eiwitshake, of iets soortgelijks.”
Toch vrees ik dat de marketing voor een groot deel in vruchtbare grond valt, want de gemiddelde hardloper is als de amateurwielrenner die voor veel te veel geld een fiets van carbon koopt omdat deze zes ons lichter is terwijl hij zelf twintig kilo te zwaar is. Uiteindelijk zijn we in het diepst van ons gedachten allen een topsporter die zijn/haar sport ook als een topsporter dient te benaderen en dus zijn we bereid om allerlei drank en voeding uit te proberen, want wie weet hoe het ons voordeel op gaat leveren.
Na bijna achttien jaar serieus hardlopen weet ik voor mezelf redelijk goed wat werkt en wat niet. Dat komt vooral neer op gezond verstand. En dan gaat het erom of ik voeding en drank gebruik voor of tijdens het lopen, niet om wat dat precies is.