Het verhaal achter de foto: Battle of Atlanta

In samenwerking met Mystical Miles Magazine
Donderdag, 2 mei 2024
Het verhaal achter de foto: Battle of Atlanta
© Chuck Rogers

Nee, dit is geen regen die neerdaalt op de lopers net voorbij de finishlijn. Het is een kletterende douche die gecreëerd is door de brandweermannen van de Atlanta Fire Rescue Department die staand naast het finish gebied hun brandslangen recht omhooghouden. Het vallende water biedt de lopers het nodige soelaas. Het is bedwelmend warm, even na 8.00 uur en de temperatuur vliegt al richting de 30 graden.

Dit is het slagveld na de finish van de Peachtree Road Race van 1978, een 10-kilometer wedstrijd die sinds 1970 ieder jaar op 4 juli – Onafhankelijkheidsdag in de Verenigde Staten in Atlanta in de staat Georgia, wordt gehouden. De scene heeft wat weg van een oorlogsfoto - soldaten op een strand – of een Bijbels tafereel. De finish is rechts, de lopers bewegen naar links, het beeld uit, op weg naar hun medaille. Maar sommigen gaan de andere kant op, uit het gedrang, ruimte zoekend om even stil te staan. Welke hardloper kent dit gevoel niet?

Vanwege de warmte en hoge luchtvochtigheid was de start, zoals bij vele wedstrijden in de Verenigde Staten, vroeg in de ochtend. Het jaar ervoor waren 60 oververhitte lopers in het ziekenhuis beland. Om nieuwe ellende in 1978 te voorkomen, had men de finish naar het boomrijke Piedmont Park verplaatst en de brandweer gevraagd met genoeg brandspuiten te komen om een kunstmatige regen te maken.

Chuck Rogers, een professionele fotograaf die jarenlang op Cape Canaveral raketlanceringen had gefotografeerd, zag de scene voor zich en richtte zijn Olympus OM-2 met 35mm F2-lens en motordrive op de lopers. Met een snelheid van vier frames per seconde, was het Kodachrome-rolletje zo op. Alle foto's waren wazig of bewogen, op deze na.

Wat opvalt, behalve de heerlijke retro schoenen en lange sokken: de afwezigheid van vrouwen. Waar vrouwen vandaag in vrijwel elk hardloopevenement net in de meerderheid zijn, waren ze in het jaar van deze foto slechts sporadisch aanwezig.

The Runner, een blad dat later zou samengaan met Runner's World Magazine, zette de foto in 1978 op de cover van het decembernummer. Nike zag de foto en vroeg Chuck Rogers permissie om 25.000 posters te drukken, de scene meteen een naam gevend: The Battle of Atlanta.

Een maand later kwam de vraag of er nog eens 25.000 bijgedrukt mochten worden. De poster hing in kamers van vele lopers, werd geverfd op een gebouw op Times Square in New York City en verscheen overal ter wereld op billboards. In 1985 was de foto te zien als een levensgrote muurschildering in St. Elmo's Fire, een populaire coming-of-age film met Judd Nelson, Demi Moore en anderen van de Brat Pack-generatie. Ik heb deze poster al tientallen jaren en hij heeft in allerlei woningen aan de muur gehangen. Als ik ernaar kijk, wil ik applaudisseren of, beter nog, tussen de lopers in staan en vraag ik me af hoe het gesprek met die of die zou gaan.

Maar dit is niet het enige verhaal achter dit beeld. De foto had een enorme invloed op het leven van een jongeman, de persoon iets rechts van het midden, rechtopstaand, uitgetrokken shirt over de schouder gedrapeerd, het gezicht naar de hemel, hoognodige verkoeling zoekend, de mond open, het water binnenlatend. Zijn naam was Tim Withington, 16 jaar, uit Lagrange, een plaatsje 100 kilometer ten zuidwesten van Atlanta.

Een moment nadat Chuck Rogers de foto nam, lag de jongen op het asfalt, naast de man in het gele shirt achter hem, uitgeput en door hitte overmand. Beiden werden naar het ziekenhuis gebracht, maar konden na behandeling gelukkig later die dag weer naar huis.

Toen John Withington, de vader van Tim, The Runner zag, schreef hij het magazine, zijn dank uitsprekend voor de enorme stimulans die dit aan zijn zoon had gegeven, 'voor nu en in de toekomst'. Want het leven van Tim Withington was niet makkelijk. Hij werd gepest op de middelbare school en als gek versleten op het schoolplein, allemaal vanwege zijn fysieke en geestelijke handicap. Hij had een gebrekkige motoriek en had moeite om lessen te volgen en dingen te leren. Hardlopen was zijn manier om met deze situatie om te gaan. Hardlopen gaf hem het gevoel dat hij in ieder geval nog iets goed kon doen. De publicatie van de foto in het blad en vervolgens de duizenden posters die gedrukt werden, gaven hem het zelfvertrouwen waar hij nooit van had durven dromen.

Vanwege de vroege start moest Tim, zoals velen, de avond ervoor al naar Atlanta gekomen zijn om in een motel of bij vrienden of familie te overnachten. Met 16 jaar mag je autorijden in Georgia, maar zeer waarschijnlijk was zijn vader met hem meegegaan om hem wegwijs te maken in de drukke, grote stad.

Ik denk dat hij, nadat hij zijn startnummer en T-shirt had opgehaald, in een grote ruimte met andere lopers de gebruikelijke pastaparty heeft bezocht, en waarschijnlijk naar een lezing van een goeroe heeft geluisterd. Hardlopers samen vlak voor een hardloopwedstrijd in een bedwelmende hitte: dan wordt er niet gekeken naar handicaps. Dan zijn allen een beetje gek, is iedereen gelijk, is iedereen klein en kwetsbaar, is er geen ruimte voor pesten. Ik denk dat zijn doel was om de wedstrijd gewoon uit te lopen. Tijden telden destijds niet voor trimmers, het lopen van een 10K was al bijzonder genoeg. Zeker voor een tiener.

Tim maakte zijn middelbare school nooit af, maar ging naar de marine, diende op het vliegdekschip de USS Constellation, en leerde later het vak van lasser. Hij inspireerde zijn zus om te gaan hardlopen en zong liedjes voor haar ter aanmoediging als ze samen het einde van de wedstrijd naderden. In 1988 was hij aan het werk als lasser ergens op een bouwproject in South Carolina, werd geëlektrocuteerd en viel tien meter naar beneden op een betonnen vloer, een triest einde van een jongen die nog zoveel wilde. Hij werd slechts 26 jaar. Een van de eerste mensen aan wie het nieuws van zijn dood werd verteld, was fotograaf Chuck Rogers. Hij had het gevoel dat hij, door het onsterfelijk maken van deze jongen, was opgenomen in zijn familie. Een groter eerbetoon kon deze fotograaf zich niet wensen.

Tekst: Hans Koeleman

Logo Mystical Miles Magazine
In samenwerking met

Mystical Miles Magazine

Een wijze trainer zei eens dat er twee krachtbronnen zijn die de hardloper verder en/of harder doet lopen: de rationele, wetenschappelijke en cijfermatige en de vertellende, verbeeldende inspirerende, irrationele krachtbron. Mystical Miles voedt die tweede motor, met verhalen - fictie, non-fictie, dichtkunst, geschiedenis, portretten en meer - uit de hele wereld, speciaal voor ons geschreven door prijswinnende schrijvers uit alle continenten.