De grootouders van het hardlopen

In samenwerking met Mystical Miles Magazine
Maandag, 22 april 2024
De grootouders van het hardlopen
© Beeld: public domain

Natuurlijk was het een druilerige dag op zondag 3 februari 1963. Februari is altijd druilerig in Oregon, in het noordwesten van de Verenigde Staten. Oktober, november, december, januari en maart trouwens ook. Mensen die daar wonen, hebben altijd regenkleding in overvloed. En laarzen, en paraplu's.

De foto laat een groep mensen zien op een atletiekbaan in Eugene, een klein universiteitsstadje. Ze lopen rondjes. De man en vrouw met tienerjongen (echtpaar met kind?) voor op de foto stappen kordaat door. De man en tiener lijken van de grond te komen. Toch een dribbelpas? Snelwandelen? Ze zijn vrijwel de enigen die op de baan lopen, een sintelbaan waarvan de toplaag – de sintels, uitgebrande steenkool – afgedekt is met gemalen, vaak rode, baksteen. Heerlijk om op te lopen, maar bij regen zijn de opspattende korreltjes funest voor kleding. Niet schoon te krijgen, zelfs niet op kookwas met een heel pak wasmiddel erbij. Kennelijk weten ze dit nog niet. De vrouw draagt een witte jas. Geen goed idee. Ze zal bij thuiskomst de jas in de week hebben gelegd en een paar uur later haar hoofd geschud hebben. De meeste mensen op de foto lopen op het gras, zompig en modderig, maar te prefereren boven de smerigheid van de sintelbaan. Kan ook zijn dat hen verteld is op het gras te lopen om de sintelbaan niet teveel om te ploegen. In de middag zal het atletiekteam komen trainen.

Niets bijzonders, zou je denken: groepjes trimmende mensen op een atletiekbaan. Maar deze foto, gemaakt vanaf de houten tribune langs het rechte eind van de baan, is historisch omdat dit de eerste keer is dat een grote groep doorsnee mensen bijeen is om hard te lopen. Het zijn de padvinders, de wegbereiders, de pioniers, in wier voorzichtige natte voetsporen uiteindelijk miljoenen en miljoenen hardlopers zouden treden. Hardlopen was destijds nog het domein van de freaks, de zeer snellen, de ambitieus trainende elite, mensen die records liepen of in ieder geval nastreefden. Gewone mensen liepen niet hard. Tenzij er een hond naar ze gromde.

Tweehonderd mensen waren komen opdagen na de oproep van Bill Bowerman, trainer van het atletiekteam van de University of Oregon. De tweehonderd werd gevraagd te gaan ‘joggen’, een term die niemand kende maar die ‘heel rustig rondjes lopen’ betekende. Hun hartslag werd van tevoren opgenomen, na afloop weer. Ze moesten twee rondjes lopen, dan een rondje wandelen. En half uur lang. Toen ze klaar waren stonden ze voor de tribune en sprak Bowerman hen toe. Hij vroeg hoe ze zich voelden, of het moeilijk was. Of ze later in de week weer terug wilden komen, voor nog meer rondjes. Het was ‘een experiment’.

Weggestopt op pagina 11 van de lokale Register-Guard van de volgende dag, maandag 4 februari 1963, stond het: ‘Het experiment was gelukt!’ Een week later stonden de tweehonderd er weer, wederom in de regen. Dat ‘joggen’ - hardlopen zonder haast, zonder dat een hond hen achterna zat, zonder een bus die gehaald moest worden – zo leuk kon zijn, dat hadden ze niet verwacht. Een nieuwe rage was geboren, klein en broos nog, maar toch.

Bowerman was het jaar ervoor met een groepje van zijn atleten in Nieuw-Zeeland. Hij had van Arthur Lydiard, destijds de meest gevierde hardlooptrainer op aarde, gehoord dat langzaam hardlopen ook voor niet-atleten goed was. Ze werden fitter, vitaler, krachtiger, positiever. Lydiard had wekenlang een paar fans van zijn atleten mee laten lopen met hun opwarmrondjes, rustig door het park. Bowerman was een goede trainer, altijd op zoek naar interessante invalshoeken. Hij was ervan overtuigd dat hij door het observeren van matig fitte mensen kennis van het menselijk lichaam kon opdoen waarmee hij zijn toplopers beter kon maken.

Op de foto zien we een allegaartje aan outfits. De man en vrouw lopend op de sintelbaan rechts dragen dagelijkse kledij: net pak, de vrouw in jurk. Verder de nodige sweaters met hoodies, een paar mannen in een heus trainingspak, destijds van stevig katoen dat tijdens regenbuien loodzwaar werd. Sweaters die nat werden gingen hangen en het kon gebeuren dat je na een half uur lopen in de regen een kledingstuk maat XXXL aanhad, de onderkant hangend op de knieën. De man in licht trainingspak op het gras op de punt van de bocht wijkt uit voor de familie met kleine kinderen voor hem. Even later zal hij op sintels stappen, ongetwijfeld meteen het gras weer opzoekend. Zijn pose oogt klassiek, de houding van een fitte man, type gymleraar, iemand die, zoals dat vroeger werd beschreven, ‘conditie had’. Ik tel iets meer dan vijftig mensen. Betekent dat de andere honderdvijftig over de gehele lengte van de baan verspreid zijn.

Atletiekkenners zullen opmerken dat de bocht van de sintelbaan scherp is, niet de geleidelijke kromming die we op de pakweg 150 banen in ons land kennen. Atletiekbanen in de Verenigde Staten waren tot voor kort geen 400 meter, maar 440 yards (402,33 meter), vier rondjes voor een mijl, de koningsafstand aldaar. De rechte stukken waren erg lang, de bochten kort en dus scherp. De plek lijkt desolaat, maar dat is deze niet. Niet zichtbaar zijn de twee enorme houten tribunes die ieder plek hebben voor 5.000 toeschouwers. Plastic imitatieslangetjes hingen van het dak naar beneden, bedoeld om vogels af te schrikken zodat ze geen nesten zouden bouwen. Hout is ruim voorhanden in dit deel van de wereld. Slangen ook. De vogels weten beter.

Bowerman was tevreden met het experiment. Het gerucht dat ‘joggen’ echt wel leuk, stimulerend, inspirerend, sociaal, ontspannend, of zelfs ‘Zen’ was (afhankelijk van de persoon die het woord verspreidde), ging snel de wereld in. In 1967 schreef Bowerman samen met Waldo Evan Harris het boek Jogging. Harris was een dokter, wat het boek vol tips en uitleg een stempel van autoriteit gaf. Het werd een bestseller. Datzelfde jaar kon Bowerman met zijn partner Phil Knight de eerste winst noteren van Blue Ribbon Sports, een onderneming die hoogwaardige en betaalbare Tiger hardloopschoenen uit Japan importeerde. Tiger werd later Asics, Blue Ribbon Sports ging vanaf 1971 zijn eigen weg en werd Nike.

Vandaag zijn we met velen, ooit met enkelen. Mystical Miles maakt een diepe buiging naar de mensen op de natte sintelbaan, ‘joggers’ die het pad effenden waar we nu met zijn allen op mogen lopen.

Tekst: Hans Koeleman

Logo Mystical Miles Magazine
In samenwerking met

Mystical Miles Magazine

Een wijze trainer zei eens dat er twee krachtbronnen zijn die de hardloper verder en/of harder doet lopen: de rationele, wetenschappelijke en cijfermatige en de vertellende, verbeeldende inspirerende, irrationele krachtbron. Mystical Miles voedt die tweede motor, met verhalen - fictie, non-fictie, dichtkunst, geschiedenis, portretten en meer - uit de hele wereld, speciaal voor ons geschreven door prijswinnende schrijvers uit alle continenten.