Sikkema: ‘Mijn doel is altijd om sneller te zijn dan de vorige marathon, bovendien wil ik het clubrecord van THOR uit Roosendaal verbreken en misschien voor een podiumplaats bij het NK gaan. Na een klein pijntje en een verkoudheid drie weken terug heb ik goed kunnen trainen tijdens de CPC loop en de Bredase Singelloop. Bij dat laatste evenement liep ik zelfs een persoonlijk record op de 10 kilometer. Deze laatste week doe ik nog drie duurloopjes die steeds korter worden. Ik rij zaterdag al naar Amsterdam om daar te overnachten, want we moeten al om 09:00 uur starten en ik wil geen autostress.’
Een bijzonder moment in de TCS Amsterdam Marathon is altijd de start in het Olympische Stadion. Daar stopt de voorbereiding en begint de marathon. Duizenden lopers uit meer dan 100 landen komen daar samen om op het verlossende startsignaal te wachten.
‘Die start in het Olympisch Stadion is geweldig. We hebben wel geluk, want deelnemers van het NK starten in het eerste vak. Daar maak je voor de start nog een praatje met bekenden en wens je elkaar succes. Dan probeer ik de focus voor de marathon te zoeken. Na de start is het meteen redelijk chaotisch en zaak om niet te struikelen. In de eerste twee kilometer voel ik ook al hoe de benen zijn en zoek ik een groepje van gelijke snelheid. Dan gaan we voor de eerste keer door het prachtige Vondelpark en onder het statige Rijksmuseum door. Die eerste kilometers gaan bij mij meer op gevoel en minder op de klok.’
Na het Vondelpark en het Rijksmuseum gaan de marathonlopers op weg naar een ander hoogtepunt in de route, een tocht langs de rivier de Amstel met vlak na de brug bij Ouderkerk aan de Amstel het halve marathonpunt.
‘Langs het water kan veel wind staan, afgelopen jaar zocht ik daar een groepje op dat mij beschutting bood tegen de wind. Het is wel een prachtig stukje natuur vlakbij de stad met molens en roeiboten. Op het halve marathonpunt weet ik echt hoe het tempo ligt en bij kilometer 26 buigen we weer af richting de bewoonde wereld.’
Het beruchte 30 kilometerpunt ligt op de Gooiseweg, de plek waar volgens velen de marathon pas echt begint. Vandaar slingert het parcours zich via Hugo de Vrieslaan en Muiderpoort langs Artis naar de statige Mauritskade en Stadhouderskade richting het centrum van de stad met de tweede passage door het in herfstkleuren gehulde Vondelpark.
‘Het stuk richting Muiderpoort is een saai stuk. Na de Mauritskade is er weer meer te zien rond het parcours en komt er ook meer publiek. Na 38 kilometer op de Stadhouderskade moeten we nog door een tunnelbak en dus nog even oppassen voor kramp. Daarna gaan we weer het beroemde Vondelpark in en weet je dat je er eigenlijk al bijna bent. In het Vondelpark is altijd veel publiek, dat geeft een stimulans richting de finish. Met nog een kleine 500 meter te gaan draaien we vanaf de lange Amstelveenseweg dan het Stadionplein op, ook daar is het altijd druk. Daarna gaan we via de marathonpoort het Olympisch Stadion in en via de sintelbaan over de finish. Meteen daarna is er de felbegeerde medaille. Die finish in het Stadion vind ik één van de mooiste van Nederland. De Coolsingel is mooi, maar deze heeft ook wat. Ik heb er, net als duizenden andere deelnemers vanuit de hele wereld, zondag heel veel zin in. Deze week nog taperen en stapelen met pasta en Maurten en dan zondag vlammen. Voor diegene die zondag ook gaan lopen zou ik nog willen adviseren om vooraf een voedingsplan te maken, eet en drink op tijd, dat is belangrijk. De organisatie door Le Champion is prima, dus je hebt tijd genoeg om van je avontuur te genieten.’
De 46e TCS Amsterdam Marathon start zondag om 9:00 uur en is live te volgen op NOS of NH/AT5
