Abdi Nageeye: 'Ik moet me niet gaan ergeren aan kleine dingen'

Woensdag, 8 juli 2020
Abdi Nageeye: 'Ik moet me niet gaan ergeren aan kleine dingen'
Abdi Nageeye (1989) liep in 2014 in Enschede zijn eerste marathon. In 2017 kwam hij voor het eerst onder de 2.10 en in april 2019 vestigde hij met 2.06.17 een p.r. van internationale allure. Hij traint de laatste jaren vooral in Kenia, in de trainingsgroep van wereldrecordhouder Eliud Kipchoge.

‘We komen meestal maandagochtend in het kamp en de meesten blijven daar tot zaterdagochtend. Zelf ben ik alleen op zaterdagmiddag en zondag elders. De rest van de tijd ben ik alleen bezig met trainen, eten en slapen. Het heeft heel lang geduurd voor ik accepteerde dat ik dat nodig heb om écht goed te presteren. Marathon is duursport en je moet heel hard trainen voor een marathon. De rest van de tijd is: rusten, rusten, rusten. Al denk ik soms wel: hou ik dit nog vijf of tien jaar vol? Er zijn ook andere dingen in het leven. Ik probeer het leuk te maken door zelf gevarieerd eten te maken en door veel te lezen.’

'De rest van de tijd is: rusten, rusten, rusten'

‘Eens in de week doen we met de hele groep krachttraining. Drie uur lang, heel saai. Dan moet ik echt tegen mezelf zeggen: als je nu naar huis gaat, krijg je spijt. Ik moet dan in het moment blijven en mezelf steeds voorhouden: Abdi, dit is topsport. Dit heb je nodig. En als ik klaar ben, voel ik me geweldig. Het helpt ook dat je weet dat dat gevoel komt. En na verloop van tijd is er de beloning dat je sneller gaat lopen of je meer duurvermogen hebt.’

‘Ik zit in een groep van zo’n vijftien marathonlopers, maar we trainen ook wel met zestig, zeventig man, die allemaal in hetzelfde dorp wonen. Ik moet ervoor zorgen dat ik me niet aan kleine dingen ga ergeren. Er zijn nieuwelingen die veel te hard weggaan en het schema verpesten. Dan moet ik niet de wijsneus gaan spelen, maar het gewoon laten gebeuren. Laat Eliud Kipchoge dat maar regelen.’

‘Soms gaan we voor een baantraining naar een ander dorp. Als het dan regent, moeten we wachten tot het droog wordt. Iedereen zit rustig te kletsen met elkaar. Ik schiet in de stress: wanneer wordt het droog, misschien krijg ik wel honger en ik heb maar een banaantje bij me. Maar Kenianen zijn zó relaxed. Maar tegelijkertijd is iemand als Kipchoge tijdens de trainingen honderd procent gefocust, elke dag weer.’

‘We hebben een trainingsparcours dat we de Boston-route noemen, omdat er net als bij die marathon rond de dertigste kilometer twee zware heuvels in zitten. De eerste keer zie ik die heuvel in de verte en dan ben ik er al mee bezig. Dan ben ik bang dat ik de anderen wel niet zal kunnen bijhouden en dan laat ik de groep al gaan. De tweede keer zei Eliud tegen me: kijk niet op je horloge, let niet op de heuvels. Op een gegeven moment herkende ik een hotel dat langs het parcours ligt en wist ik dat we die twee heuvels al voorbij waren, terwijl ik er niets van had gemerkt.’

‘Focus is voor mij: niet bang zijn. Geloven in jezelf. Hogere doelen stellen voor mezelf. Ik heb de neiging om naar tussentijden te kijken, maar ik moet echt tegen mezelf zeggen: maak je geen zorgen als het harder gaat dan je verwachtte, je benen voelen goed. Eerst zeg ik: die twee jongens voor je kun je pakken. Maar uiteindelijk moet ik tegen mezelf kunnen zeggen: die wedstrijd ga je winnen. Als je dat beseft, ben je heel gefocust.’

‘Ik las ooit een boek van André Agassi. Hij beschreef hoe zijn vader hem voorhield dat hij zich moest focussen op het moment, dus op iedere bal die je slaat. Dat probeer ik in de marathon ook te doen: me focussen op iedere tegenstander die voor me loopt. Ik zie wie er voor en achter me lopen. Maar ik weet ook dat ik me te snel laat afleiden, dus ik moet niet te veel met het publiek bezig zijn. Ik let wel steeds op mijn techniek, dat is nog geen automatisme. Ik loop soms te zittend of ik ga op mijn hiel landen. Dan hoef ik alleen maar aan het woordje “techniek” te denken en dan ga ik mijn hele lichaam langs en weet ik weer wat ik moet doen.’

‘Een horloge tijdens de wedstrijd? Misschien wel handig als je alleen komt te lopen. Maar ja, waarom zou je willen weten hóe hard je loopt? Je moet gewoon hard lopen.’

Dit interview is afkomstig uit 'Focus van tot start tot finish', mentale training voor de langeafstandsloper. Wil je het het boek zelf in huis hebben of iemand cadeau geven? Het is te verkrijgen via www.sportenkennis.nl.

Geschreven door Sam Blom en Rico Schuijers
Foto gemaakt door Ronald Hoogendoorn