Snel opgebrand met snelle suikers
Suikers vallen onder de noemer ‘koolhydraten’. Om je een beeld te geven van koolhydraten: je vindt ze vooral in aardappels, rijst, pasta, brood, zoet beleg, ontbijtkoek, tussendoorrepen, snoep, koek, frisdranken en groente en fruit. Je lichaam breekt deze koolhydraten af tot kleine deeltjes glucose. Een ander woord dat je vaak hoort om glucose aan te duiden is ‘suiker’. Strikt genomen zijn suiker en glucose niet hetzelfde, maar men gebruikt deze woorden vaak door elkaar.
Producten zoals frisdrank, ontbijtkoek, zoet beleg en snoep bevatten niet alleen relatief veel suiker, maar ook nog eens een snelle vorm van suiker. Je lichaam heeft weinig werk om deze snelle suikers af te breken tot glucose, want ze zijn al bijna glucose. De suikers uit bijvoorbeeld een witte boterham met jam kunnen dus vrij rap via je darmwand naar je bloedbaan. Zo stijgt je bloedsuikerspiegel vlot en heb jij snel energie. Voor eventjes. Vergelijk snelle suikers maar met papier dat je in brand zet. Dat geeft snelle maar kortdurende energie.