5 trainingstips voor je eerste trail

Trailrunning is voor echte natuurliefhebbers en avonturiers. Je loopt bij deze vorm uitsluitend onverhard door bossen, velden en heuvels. De afstanden zijn vaak ook wat langer. Trailrunning is daardoor behoorlijk uitdagend!

1. Duurloop

Door de langere afstanden is de duurloop de basis voor het trailrunning. Het is dus belangrijk dat je met regelmaat lange afstanden loopt op een lage intensiteit (zonder tempowisselingen). Zo vergroot je je uithoudingsvermogen. Het beste kun je de duurloop in de natuur doen, want dan maak je je training al wat specifieker voor trailrunning.

2. Fartlek

Bij een fartlek (vaartspel) gebruik je heuvels en paden als een soort natuurlijke intervaltraining. Je zoekt zonder plan en zonder op je horloge te kijken naar nieuwe paden. Door het steeds weer op en af gaan en het vele draaien en keren, creëer je natuurlijke tempowisselingen. De afwisseling in ondergrond en onverwachtse hindernissen als boomstronken maken hiervan een hele gerichte training, waarbij je duur, snelheid, coördinatie en kracht combineert.

3. Lenigheid en core

Met fartlek-training werk je aan sterke bovenbeenspieren. Minstens zo belangrijk voor trailrunning zijn lenigheid, stabiliteit en een sterke corestability. Daarmee ben je beter voorbereid op ongelijke ondergronden en kun je blessures voorkomen. Check hier welke oefeningen je kunt doen.

4. Intervaltraining

Intervaltraining is vooral belangrijk als je goed getraind bent en je ook serieus wil gaan presteren bij een georganiseerde trail. Als je blokjes op een hoger tempo loopt, zorgt dit dat je tempohardheid groter wordt. Daardoor kun je een hoog tempo langer volhouden.

5. Alternatieve trainingen

Langlaufen en mountainbiken zijn sporten die op gebied van inhoud, kracht en techniek overeenkomen met trailrunning. Dit zijn goede trainingen om te doen in periodes dat je veel hebt getraind voor georganiseerde trails. Goed voor de afwisseling en het zorgt weer voor een andere trainingsprikkel.