Dit is een beeld van 9 juni 2024, genomen tijdens de ellenlange afdaling van Botha’s Hill richting het plaatsje Drummond, op het parcours van de machtige Comrades Marathon, gehouden in de provincie Natal, in Zuid-Afrika. De Nederlander Piet Wiersma is al uren geleden gepasseerd. Hij zou de wedstrijd winnen, een stille en haast onzichtbare voetnoot in deze overvolle Nederlandse olympische sportzomer. Maar zijn prestatie heeft Zuid- Afrikanen wel de handen voor de mond doen slaan van verbazing, tranen doen wegpinken van bewondering.
De twintigduizend andere lopers zullen het zonder de glorie van de overwinning moeten doen, maar strijden, lijden, praten, drinken en helpen elkaar in de zinderende hitte over de niet-aflatende heuvels. Maar op deze route kijken de helden uit het verleden van boven toe, zal geen toeschouwer langs het parcours het accepteren dat ook maar één loper het in zijn of haar hoofd haalt om over uitstappen te beginnen (‘Vasbyt, mannetjie!’), en helpen de mythes van de Comrades Marathon mee om voor de lopers de krachten te hervinden die zij ergens op de heuvels achter hen kwijt waren geraakt.
Zo ook hier…
De loper zal de roos straks, als hij de bocht om is, neerleggen in een kleine nis die uitgehouwen is in de heuvelwand. Het is zo’n plekje waar je in Limburg een Mariabeeldje zou zien staan. De loper, en met hem duizenden anderen die ook rozen zijn aangereikt of, als die er niet meer waren, die gewoon bloemen of onkruid uit de berm plukten, knikken dan eerbiedig naar een rotsblok in de nis, zeggen met eerbiedige stem ‘Morning Mr. Newton,’ en vervolgen de weg naar de eindstreep, ver weg over de heuvels, in Pietermaritzburg.
De nis is de plek waar ooit Arthur Newton, vijfmaal winnaar van deze wedstrijd en in de jaren 20 van de vorige eeuw de beste marathonloper van de wereld, tijdens een van zijn lange trainingen eens ging zitten, zijn pijp opstak, en in stilte ging genieten van de schitterende omgeving van de Valley of a Thousand Hills, met de machtige Umgeni River kronkelend ergens beneden. Zo worden bedevaartsoorden dus ook gecreëerd! De legende zegt dat als de passerende loper een bloem op het rotsblok legt en de held groet, deze loper dan verzekerd is van een succesvolle tweede helft van de race. Doe je het niet, dan is dat ‘disrespectful’, breng je donkere wolken boven je samen, worden de heuvels bergen en ligt een grote catastrofe op de loer.
Negenmaal winnaar Bruce Fordyce zorgde er in alle strijd en hectiek iedere keer weer voor wat bloemen te plukken en het ritueel te volbrengen.
Een simpele handeling: een bloem op een rotsblok in een nis in een heuvel langs een weg ergens in Afrika. Maar deze wedstrijd blinkt uit in rituelen… Van de groengekleurde startnummers van hen die de wedstrijd minimaal tien keer hebben volbracht, de gele voor hen die met hun tiende bezig zijn (‘Today I will graduate,’ zei eens een trotse man tegen me, wijzend op zijn nummer), het hanengekraai vlak voor de start, tot het opgerolde vel papier met een boodschap van de burgemeester van de startplaats (dit jaar Durban) voor de burgemeester van de finishplaats (Pietermaritzburg) die de winnaar – dit jaar Piet Wiersma dus – over de finish draagt. Geen wonder dat ze in Zuid-Afrika tegen ons zeggen, terwijl we ons met natte ogen afvragen hoe we het dit jaar weer gered hebben ‘natuurlik kom jy volgende jaar terug.’ Ik weet niet of de loper op de foto de finish heeft gehaald. Waarschijnlijk wel. Van de twintigduizend vallen er zeer weinig uit en een groot deel van hen die de finish niet halen lopen nog op het parcours als de cut off tijd van twaalf uur erop zit. Ik weet ook niet hoe de loper heet, maar ik salueer hem hier omdat hij een loper is die van grote uitdagingen houdt, zijn helden kent en in mythes gelooft.
Tekst: Hans Koeleman