Je ziet deze foto’s vaker. Een groepje mensen met in het midden een persoon – fillmster, muzikant, sporter, politicus, een ‘influencer’ - die om verschillende redenen een held, een inspiratie, een voorbeeld, een goeroe is. Kennelijk ook hier. Kijkend naar de vrouwen is het duidelijk dat de man bijzonder is. De foto, genomen met de bedoeling deze te verspreiden, is een eerbetoon. De vrouwen zeggen hier: ‘Wij hebben bewondering voor deze man, we hebben veel aan hem te danken.’ De vrouwen zijn hardlopers en komen inderdaad uit Amerika. Maar het zijn niet zomaar hardlopers. Ze lopen marathons, iets wat in het jaar van de foto – 1976 – nog helemaal niet zo vanzelfsprekend was.
De man in de rolstoel heet Dr. Ernst van Aaken en de foto is genomen net achter zijn huis in Waldniel, net over de grens met Limburg, in wat toen nog West-Duitsland heette. De vrouwen zijn uitgenodigd om op 2 oktober deel te nemen aan de door hem georganiseerde (en bekostigde) Waldniel Vrouwenmarathon. Bijna zestig vrouwen liepen mee. Er was geen inschrijfgeld. Kim Merritt (tweede van links op de foto), die in april dat jaar de Boston Marathon won, liep de hele wedstrijd op kop om in de laatste twee kilometer door local hero Christa Vahlensiek voorbijgelopen te worden. Vahlensiek won in 2:45:24. De vrouw gehurkt naast Van Aaken heet Jacqueline Hansen, op dat moment met 2:38:19 houdster van het wereldrecord, een jaar eerder gelopen op de Nike OTC Marathon in Eugene.
Dr. Ernst van Aaken was a believer, iemand die gewoon wist dat vrouwen veel langer en ook harder konden lopen dan de gevestigde orde – voornamelijk witte, mannelijke bestuurders, maar ook dito wetenschappers – destijds beweerde. Misschien, zo fluisterde hij wel eens, konden vrouwen wel sneller en langer lopen op de lange afstanden dan mannen! In de jaren ’50 vocht hij robbertjes uit met officials om de 800 meter op het programma van de nationale kampioenschappen te krijgen. Dat lukte, maar er ging nog eens vijftien jaar voorbij voordat vrouwen ook de 1500 meter mochten lopen. In 1974, slechts zeven jaar na Kathrine Switzer’s historische run in de Boston Marathon, organiseerde hij de allereerste marathon exclusief voor vrouwen, ook in zijn eigen Waldniel.
Kennelijk een freak. Wat dreef hem? Wat dreef hem in de armen van het groeiende aantal vrouwelijke langeafstandslopers. Waarom dreef hij zelf de gevestigde orde, die beweerde dat vrouwen en het lopen van lange afstanden niet samen kon gaan, tot wanhoop. Kende hij zijn geschiedenis dan niet? Had hij niet gelezen over de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam toen ene John Tunis, verslaggever van de New York Evening Post, rapporteerde dat hij beneden op de sintelbaan elf miserabele vrouwen zag van wie er vijf de eindstreep niet haalden en vijf anderen meteen na de finish op de grond vielen? Deze observatie was uiterst overdreven, maar bracht het Internationaal Olympisch Comité er wel toe om vrouwen te weren van alle afstanden langer dan twee simpele rondjes om de atletiekbaan. En de marathon? Onmogelijk. Ze zijn te zwak, te fragiel. Wat dacht die eigenwijze West-Duitser wel niet?
Van Aaken dacht anders. Hij was ervan overtuigd dat iedereen honderd jaar oud kon worden, mits ze niet zo ‘hopeloos onbiologisch’ zouden leven. Een ‘biologische’ levenswijze hield in dat de mens – ja, ook vrouwen, ouderen en kinderen – niet alleen veel minder moesten gaan eten en drinken, maar ook veel meer aan sport zou moeten doen en dan vooral duursporten, en dan ook nog het liefst hardlopen. Hij paste zijn ideeën toe op atleten van wie Harald Norpoth in eerste instantie de meest succesvolle was.
Van Aaken propageerde veel en lange rustige duurlopen, de ‘reine Ausdauer’, zoals hij dat noemde. Hij was zeer kritisch op de in zijn ogen veel te intensieve intervaltrainingen. De Waldnieler Dauerlauf, de lange duurloop, werd een icoon en door vele atleten uit de wereld overgenomen. Lang und Langsam, oreerde Van Aaken en, in navolging van zijn illustere landgenoot Friedrich Ludwig Jahn, in de 19e eeuw de oervader van de Duitse turnbeweging, sprak hij ook over Lauf ohne Schnauf, loop zonder te puffen. Zijn ideeën sloegen aan en daar was zowaar de Long Slow Distance-methode geboren, de LSD, die in de jaren ’70 furore maakte, ook door lopers als de Nederlander Jos Hermens. Hermens, en velen destijds met hem, deden het grootste deel van de trainingen niet alleen lang en langzaam, maar ook in grootse hoeveelheden. Zij gingen uit van de niet-altijd werkende logica dat datgene wat goed voor je was ook meteen maar in overgrote hoeveelheden genuttigd moest worden. Als iets goed is, dan is meer daarvan nog beter. Weken van boven de vierhonderd kilometer waren geen uitzondering!
Van Aaken had zijn theorieën over het lange lopen door vrouwen empirisch getest. Al in 1967 vroeg hij de West-Duitse Anni Pedersen en de Nederlandse loopster Monika Boers om mee te doen met een marathon, georganiseerd door zijn club in Waldniel. Journalisten ter plekke vroegen Van Aaken of dit wel zo’n goed idee was. De 800-meter, dat wist hij toch wel, was ooit al eens desastreus geweest? Reglementen weerhielden vrouwen ervan samen met mannen van start te gaan en dus begonnen de twee loopsters dertig meter na de mannen. Anni Pede werd derde in 3:07:26, Boers finishte in 3:19:36. Slechts twee mannen waren sneller geweest dan een vrouw en dan ook maar net. Quod erat demonstrandum! Zeventien jaar later won Joan Benoit in Los Angeles de eerste Olympische marathon voor vrouwen. Einde discussie! Van Aaken heeft dit niet meegemaakt. Hij stierf vier maanden eerder in april 1984, 73 jaar oud.
Terug naar de foto van 1976. Dr. Ernst van Aaken, invalide na in 1972 door een auto te zijn geraakt, omringd door liefhebbende, respectvolle en trotse loopsters. De liefde, het respect en de trots was wederzijds. De lange afstanden voor vrouwen waren er echt wel gekomen, maar ik hoop dat de lezer begrijpt dat zonder deze man het allemaal wat langer had geduurd.
Tekst: Hans Koeleman