Zes tips voor hardlopen op het strand
1. Doe het rustig aan
Op het strand worden je voeten, enkels en benen tijdens het hardlopen zwaarder belast. Ook je kuiten worden extra getraind. Begin daarom met een lange warming-up waarbij je rustig loopt en voer je tempo daarna steeds in kleine stapjes op. Vind je hardlopen op het strand toch wel pittig? Wissel twee minuten hardlopen dan telkens af met één minuut stevig wandelen.
2. Train korter
Als vervolg op de vorige tip: laat je eerste trainingen ongeveer 20 tot 25 minuten duren. Je spieren moeten op het strand extra hard werken. Daar merk je op het moment zelf niet zoveel van, maar wel als je de volgende dag uit bed wilt springen. Houd het dus bij een korte training.
3. Loop dicht langs de zee
Bij eb is het zand langs de waterlijn stevig en vlak. Daar loop je een stuk soepeler overheen dan over mul zand.
4. Wind mee
Staat er flink wat wind op het strand? Loop dan met de wind in je rug. Op de terugweg kun je een meer beschutte route door de duinen nemen.
5. Op blote voeten
Het strand is de ideale plek om eens uit te proberen of je het prettig vindt om op blote voeten te lopen, ook wel barefoot running genoemd. Doe het ook dan rustig aan en wissel hardloopblokken af met stukjes wandelen. Draag je toch liever schoenen op het strand, bijvoorbeeld om te voorkomen dat je met je blote voeten op een schelp stapt? Dan kun je prima je gewone hardloopschoenen dragen.
6. Intervaltraining
Ben je toe aan wat meer uitdaging in je strandtraining? Wissel het lopen op het stevige zand vlak langs het water dan af met lopen op het droge, mulle zand verder van de waterkant. Begin met intervallen van vijf minuten op stevig zand afgewisseld met twee minuten op mul zand.
Bronnen: Women’s Health en Girlscene
Foto: Shutterstock